Zachtmoedigheid van eertijdse rechters
ZACHTMOEDIGHEID VAN EERTIJDSE RECHTERS
De martelkamers waren grimmige verblijven;
Men bleef daar nooit langer, dan een uur of vijf, en
Men ging er jong in, en kwam eruit als grijsaard.
De rechter voor de wet en de beul voor de aard
Van zijn kunst uitgeput raakten,
Toen ze hun oefening op menselijk vlees maakten,
Roodgloeiend ijzer mengend met de wet van Rome,
Geen middel sparend, om aan de bekentenis te komen.
En sidderden het bot, de spier, de nagel en elk haar
Onder hun hand; de mens werd een vibrerende snaar,
Een schreeuwend instrument, waarop door Vouglans
Met zijn bebloede vingers een agoniedans
Bespeeld werd. Doch denk niet dat hij noch Farinace
Of Levert slechts dreiging hadden in hun mars;
Zonodig konden ze de geboeide prooi verzoeken
En met goedheid de marteling verzoeten;
Een arrestant die zwijgt bedroeft de Hoge Raad;
Ze baden hem zo zacht, toen ze een ledemaat
Aan hem verbrijzelden en vaderlijk, zich buigend, preekten,
Betreurden eigen daad, met zoete blik ze smeekten
Om aan de ziel in het nauw, aan dit oog, flets en betrokken,
Aan deze mond – een bittere bekentenis te ontlokken.
Pasquier bedroog die matte blik met hoop;
Delancre zei de pati;nt Latijnse verzen op;
Bodin, de kenner van Verguillius en z;jn idyllen,
Citeerde die; en soms lieten ze een traan, krokodillen.
Victor Hugo (1802-1885)
Перевод с французского на нидерландский Зинаиды Бал-Печерской
Mansu;tude des anciens juges
Les chambres de torture ;taient d’;pres demeures;
On n’y passait jamais plus de quatre ou cinq heures,
Et l’on entrait jeune homme et l’on sortait vieillard.
Le juge pour le code et le bourreau pour l’art
S’;puisaient, et, m;lant fer rouge et loi romaine,
Ayant ; travailler sur de la chair humaine,
N’;pargnaient rien afin d’arriver ; l’aveu.
Sous leurs mains, l’os, le muscle, et l’ongle et le cheveu
Fr;missaient, et, hurlant plus fort selon la fibre
Qui tressaille, et selon le nerf profond qui vibre,
Un homme devenait un clavier o; Vouglans
Jouait de l’agonie avec ses doigts sanglants.
Ne croyez pas pourtant que lui, ni Farinace,
Ou Levert, n’eussent rien au c;ur que la menace;
Ils priaient au besoin le captif garrott;;
Ils sucraient la torture avec de la bont;;
L’accus; qui r;siste attriste la grand’chambre;
B;nins, ils l’imploraient en lui brisant un membre;
Ils ;taient paternels; ils se penchaient, pr;chant,
Suppliant, regrettant d’agir, l’air pas m;chant,
Pour faire ; cet ;il terne et sombre, ; cette bouche,
; cette ;me aux abois, vomir l’aveu farouche.
Pasquier leurrait d’espoir ces regards presque ;teints;
Delancre au patient disait des vers latins;
Bodin, sachant par c;ur Virgile et ses idylles,
Les citait; et parfois ils pleuraient, crocodiles.
Victor Hugo (1802-1885)
De martelkamers waren grimmige verblijven;
Men bleef daar nooit langer, dan een uur of vijf, en
Men ging er jong in, en kwam eruit als grijsaard.
De rechter voor de wet en de beul voor de aard
Van zijn kunst uitgeput raakten,
Toen ze hun oefening op menselijk vlees maakten,
Roodgloeiend ijzer mengend met de wet van Rome,
Geen middel sparend, om aan de bekentenis te komen.
En sidderden het bot, de spier, de nagel en elk haar
Onder hun hand; de mens werd een vibrerende snaar,
Een schreeuwend instrument, waarop door Vouglans
Met zijn bebloede vingers een agoniedans
Bespeeld werd. Doch denk niet dat hij noch Farinace
Of Levert slechts dreiging hadden in hun mars;
Zonodig konden ze de geboeide prooi verzoeken
En met goedheid de marteling verzoeten;
Een arrestant die zwijgt bedroeft de Hoge Raad;
Ze baden hem zo zacht, toen ze een ledemaat
Aan hem verbrijzelden en vaderlijk, zich buigend, preekten,
Betreurden eigen daad, met zoete blik ze smeekten
Om aan de ziel in het nauw, aan dit oog, flets en betrokken,
Aan deze mond – een bittere bekentenis te ontlokken.
Pasquier bedroog die matte blik met hoop;
Delancre zei de pati;nt Latijnse verzen op;
Bodin, de kenner van Verguillius en z;jn idyllen,
Citeerde die; en soms lieten ze een traan, krokodillen.
Victor Hugo (1802-1885)
Перевод с французского на нидерландский Зинаиды Бал-Печерской
Mansu;tude des anciens juges
Les chambres de torture ;taient d’;pres demeures;
On n’y passait jamais plus de quatre ou cinq heures,
Et l’on entrait jeune homme et l’on sortait vieillard.
Le juge pour le code et le bourreau pour l’art
S’;puisaient, et, m;lant fer rouge et loi romaine,
Ayant ; travailler sur de la chair humaine,
N’;pargnaient rien afin d’arriver ; l’aveu.
Sous leurs mains, l’os, le muscle, et l’ongle et le cheveu
Fr;missaient, et, hurlant plus fort selon la fibre
Qui tressaille, et selon le nerf profond qui vibre,
Un homme devenait un clavier o; Vouglans
Jouait de l’agonie avec ses doigts sanglants.
Ne croyez pas pourtant que lui, ni Farinace,
Ou Levert, n’eussent rien au c;ur que la menace;
Ils priaient au besoin le captif garrott;;
Ils sucraient la torture avec de la bont;;
L’accus; qui r;siste attriste la grand’chambre;
B;nins, ils l’imploraient en lui brisant un membre;
Ils ;taient paternels; ils se penchaient, pr;chant,
Suppliant, regrettant d’agir, l’air pas m;chant,
Pour faire ; cet ;il terne et sombre, ; cette bouche,
; cette ;me aux abois, vomir l’aveu farouche.
Pasquier leurrait d’espoir ces regards presque ;teints;
Delancre au patient disait des vers latins;
Bodin, sachant par c;ur Virgile et ses idylles,
Les citait; et parfois ils pleuraient, crocodiles.
Victor Hugo (1802-1885)
Метки: